De Bundesgrenzschutz was een Duitse federale politiedienst. Deze
dienst is opgericht met de Bundesgrenzschutzwet van 16 maart 1951 en
viel onder het Duitse ministerie van Binnenlandse Zaken. Het
hoofdkantoor van de Bundesgrenzschutz was in Bonn. In juli 2005 is de
naam van de organisatie gewijzigd in Bundespolizei. Duitsland
mocht dus weer voorzichtig beginnen met het organiseren van een leger.
Aanvankelijk BGS (Bundesgrenzschutzes) genoemd kwam het echte leger pas
in 1956 van de grond. Dat leger werd uitgerust met de M1 helm. Het BGS
helm wordt de M53 genoemd waar er drie varianten van zijn geweest. De
kleur is RAL 6029. Terwijl er aanvankelijk veel overgebleven M35, M40
en M42 van de Wehrmacht werden toegepast, werd er verder gewerkt aan
verbeteringen. De helmen, die tot het midden van de jaren negentig
werden gebruikt, leken sterk op de oude Wehrmacht modellen, met
duidelijke verschillen in de voering, en daar was niet iedereen blij
mee. In totaal zijn er tussen 1953 en 1990 drie versies van deze
BGS-helm geproduceerd. Bij het oudste ontwerp uit 1953 (M35/53) zat de
voering hoger en lag de helm lager op het hoofd van de drager dan bij de
oude helmmodellen. De laatste van de drie deed het zonder de typische
ventilatiegaten in de schaal.
De BGS helmen zijn gespoten in het zwartgroen, RAL 6012. Na de
hervorming in 1976 werd dat RAL 6029, mintgroen. Er zijn ook versies die
blauwgrijs zijn geverfd. De helmen van de BGS, ook die van de oude
voorraden, werden soms voorzien van de nieuwste voering of een nieuwe
kleur, zodat losse helmen de hoge operationele leeftijd van bijna 50
jaar konden bereiken. De M35/53 helm werd ook in het buitenland gedragen
tijdens vredesmissies. In 1992/93 bij de VN-missie “UNTAC” in Cambodja,
waarvoor de helmen die daar werden gebruikt een ruwe jas kregen in RAL
5012 lichtblauw en links en rechts de afkorting “UN” in wit. Bovendien
zijn in deze helmen de laatste voering gemonteerd.
De voering, ontworpen voor de BGS in 1953, was gebaseerd op de M31 van
de Reichswehr, die werd gebruikt in de M35 en M42. Een duidelijk
constructief verschil met de oudere uitrusting was er wel in de M53
voering, de voering zit met een centrale schroef die aan de bovenkant
van de schaal bevestigd. Bij de eerdere modellen was dit een
driepuntsbevestiging met splitpennen. De M53 voering werd later ook door
de andere strijdkrachten overgenomen nadat de Amerikaanse voering niet
in de smaak viel. De M53 voering is daarna nog wat verder
doorontwikkeld.
Op de helm kunnen camouflagenetten of camouflagehoezen worden gedragen.
Deze hoezen waren aanvankelijk vergelijkbaar met de hoezen van de oude
Wehrmacht. Die camouflage zelf werd in 1931 geïntroduceerd voor
legertenten en bleef tot 1962 in gebruik bij de BGS. Maar al in 1952 had
de Grenspolitie een patroon voor gevechtspakken en dekzeilen ingevoerd,
afgeleid van het moerascamouflagepatroon 44 en 43, dat ook was verwerkt
tot camouflage hoezen voor de helm. In 1976 werd de productie van die
patronen stopgezet. Op foto's uit de jaren tachtig zijn echter nog
onderdelen te zien en in 2000 waren er nog hoezen in speciale eenheden.
De camouflagehoezen die voor de BGS in het moerascamouflagepatroon
werden geproduceerd, werden uitsluitend gemaakt van tentzeil in de
kazerne en werden niet centraal op een gestandaardiseerde manier
aangeschaft.
Fabrikanten van de helmschaal waren onder meer L+S (Linnemann-Schnetzer)
en VDN (United German Nickel Works, Schwerte). |